Gisteren ontving ik mijn allereerste loonstrookje en daardoor voelt het officieel; ik ben een werkende vrouw. Twee maanden geleden leidde ik nog een rustig studentenleven: wat lezen en schrijven, bibliotheek -en archiefbezoekjes, enige studiestress, koffie drinken op Neude, een biertje in de Stairway, uitgebreid kokkerellen en vooral laat naar bed. Nu wordt er door mijn lieve vriend gekookt en kan ik niet meer spontaan de stad in. Bovendien komt het niet zelden voor dat ik Pauw en Witteman met mijn ogen dicht bekijk. Het ritme van acht uur werken en twee uur treinen, zit er na drie weken helaas nog niet helemaal in.
Niet alleen mijn dagbesteding, maar ook de stad waarin ik werk is totaal anders dan het studentikoze Utrecht. Den Haag – en dan vooral mijn werkterrein: Het Binnenhof- wordt namelijk bevolkt door ambtenaren. In Den Haag geen Hemaworsten en boterhammen met kaas maar dure lunches op het Plein, die worden genuttigd door mannen en vrouwen in nog veel duurdere maatpakken. Waar de terrassen in Utrecht op vrijdagmiddag vol zitten (met mensen in vrijetijdskleding), zijn ze in Den Haag – op een paar chauffeurs en beveiligers na – zo goed als leeg. Utrecht leeft in de nacht en gedurende het weekend, terwijl Den Haag overdag en tijdens werkdagen bruist.
Hoewel de verschillen met het vertrouwde Utrecht groot zijn, is mijn nieuwe leefterrein zeker niet oninteressant. Ik zit als publieksbegeleider achter de informatiebalie van de Tweede Kamer en geef rondleidingen en inlichtingen aan ambtenaren en bezoekers. Ik krijg lastige pubers, langzame bejaarden, wanhopige burgers, vragende politici, ijverige schoolmeisjes, stinkende krakers en diverse fractiemedewerkers – van links tot rechts – aan mijn desk of in mijn ‘tourgroepje’. Als publieksbegeleider ben ik het directe aanspreekpunt en geef ik antwoord op zeer uiteenlopende vragen; ‘Waar is de w.c ?’of ‘Hoe komt een nieuw wetsvoorstel tot stand?’ of ‘Hoeveel verdient een minister?’ of ‘Hoeveel verdient u?’of ‘Waarom moet ik van de Tweede Kamer doorwerken tot mijn 67ste!?’ of ‘Wat vindt u van Geert Wilders?’ Het is vervolgens mijn taak om (soms subtiele wijze) antwoord te geven aan de vragensteller of hem/ haar door te verwijzen.
Naast de veelzijdigheid is mijn allereerste werkplek vooral ook zeer bijzonder. Ik schrik nog steeds een beetje als ik vrolijk wordt begroet door bekende politici zoals Jan Marijnissen, Mark Rutte of minister Donner. Daarnaast is het ontzettend leuk dat ik groepen bezoekers mag begeleiden op de publieke tribune. Ik zit met mijn neus boven op het debat en zie als pasafgestudeerde historica allerlei zaken, waar mijn mede(ex)studenten alleen maar over kunnen dromen (of lezen). Bovendien bezit ik als kamerbewoner (ja zo heet het echt) over een pasje dat mij toegang verschaft tot alle hoeken en gaten van het Binnenhof. Met deze ‘gouden ticket’ is een spontaan bezoekje aan de Oude Zaal, de Handelingen Kamer of struinen door de wandelgangen gewoon mogelijk.
Aan mijn nieuwe baan zit echter één groot minpunt … Ik moet een uniform aan… Utrecht kan ik inruilen, lange treinreizen overleef ik en vroeg opstaan valt te leren. Het vormeloze en seksloze mantelpakje blijft echter lastig. Het tenue (compleet met sjaaltje, bloes, rok, colbert en bedrijfspanty) doet het meeste denken aan een V&D uniform, waarvan ik als kind al dacht ‘Jezus! Je zult daar de hele dag in moeten lopen..’. Gelukkig is mijn pakje nog niet klaar en zolang de kleermaker nog bezig met mijn bestelling, kan ik nog even in mijn eigen fijne kleren genieten, van deze leuke, nieuwe en interessante baan op het Binnenhof.
4 Reacties
Leuke column; zou zo in Kamerbreed (of hoe heet jullie personeelsblaadje?) geplaatst kunnen worden.
Mooie beschrijving van je nieuwe bestaan! Dat pakje toch maar op de koop toenemen met zoveel bijzonderheden?
Wil nu ook wel een column lezen over de ambassadeur!
Wat een leuke column! En echte een coole baan, dat je gewoon overal op het binnenhof mag komen. Ben wel een beetje jaloers. Succes met het vroege opstaan en het mantelpakje!
Dank jullie wel!
Één Trackback
[...] Nieuw op het Binnenhof [...]