Op 27 augustus 2009 studeerde ik af aan de Universiteit van Amsterdam. Op deze heugelijke dag verdedigde ik de scriptie: ‘Tussen sloer en heilige’ Beeld en Zelfbeeld van Haarlemse en Goudse kloppen in de zeventiende eeuw. Het onderzoek werd gedaan in het kader van de interdisciplinaire Master Gouden Eeuw en werpt zowel een historische als kunsthistorische blik op het zeventiende-eeuwse kloppenleven in Haarlem en Gouda. De examencommissie die het onderzoek beoordeelde bestond uit dr. Paul Knevel en drs. Michiel van Groesen. De scriptie werd door hen beloond met een 8.
Kloppen waren katholieke vrouwen uit de Republiek - die na het kloosterverbod van 1581 – een zelfstandig en maagdelijk leven in de wereld leidden. Klopjes behoorden niet binnen de officiële kerkelijke structuur, maar waren ondanks hun niet-erekende positie, van groot belang voor de katholieke missie in de Noordelijke Nederlanden. De maagden stonden onder bescherming van een priester (ook wel biechtvader genoemd) die hen zowel in het dagelijks leven, als op het spirituele vlak diende te begeleiden. Klopjes werden ook wel geestelijk maagden, bagijnen, jezuïtinnen, geestelijk dochters, kwezels of klopzusters genoemd.
In de historiografie is er veel aandacht besteed aan het kloppenleven. Daarbij is echter vooral gebruik gemaakt van idealiserende literatuur en bronnenmateriaal, zoals regelgeving die werd opgesteld door de biechtvaders. Door het gebruik van dergelijke bronnen is er helaas een eenzijdig beeld over het kloppenleven ontstaan. Klopjes zijn veelal als sober, uiterst spiritueel en gehoorzaam omschreven. In het onderzoek naar Haarlemse en Goudse kloppen is echter gebleken, dat er een grote spanning is geweest tussen deze gewenste orde en de geleefde kloppenpraktijk.
Het verhaal over Haarlemse en Goudse kloppen wordt in eigen beheer uitgegeven en verschijnt begin 2010. Mocht u interesse hebben in een exemplaar dan kunt u een email sturen naar contact@mariekeabels.nl De kosten voor het boek liggen rond de vijfentwintig euro.
Inschrijven voor mijn eerste boek: ‘Tussen sloer en heilige’
Op 27 augustus 2009 studeerde ik af aan de Universiteit van Amsterdam. Op deze heugelijke dag verdedigde ik de scriptie: ‘Tussen sloer en heilige’ Beeld en Zelfbeeld van Haarlemse en Goudse kloppen in de zeventiende eeuw. Het onderzoek werd gedaan in het kader van de interdisciplinaire Master Gouden Eeuw en werpt zowel een historische als kunsthistorische blik op het zeventiende-eeuwse kloppenleven in Haarlem en Gouda. De examencommissie die het onderzoek beoordeelde bestond uit dr. Paul Knevel en drs. Michiel van Groesen. De scriptie werd door hen beloond met een 8.
Kloppen waren katholieke vrouwen uit de Republiek - die na het kloosterverbod van 1581 – een zelfstandig en maagdelijk leven in de wereld leidden. Klopjes behoorden niet binnen de officiële kerkelijke structuur, maar waren ondanks hun niet-erekende positie, van groot belang voor de katholieke missie in de Noordelijke Nederlanden. De maagden stonden onder bescherming van een priester (ook wel biechtvader genoemd) die hen zowel in het dagelijks leven, als op het spirituele vlak diende te begeleiden. Klopjes werden ook wel geestelijk maagden, bagijnen, jezuïtinnen, geestelijk dochters, kwezels of klopzusters genoemd.
In de historiografie is er veel aandacht besteed aan het kloppenleven. Daarbij is echter vooral gebruik gemaakt van idealiserende literatuur en bronnenmateriaal, zoals regelgeving die werd opgesteld door de biechtvaders. Door het gebruik van dergelijke bronnen is er helaas een eenzijdig beeld over het kloppenleven ontstaan. Klopjes zijn veelal als sober, uiterst spiritueel en gehoorzaam omschreven. In het onderzoek naar Haarlemse en Goudse kloppen is echter gebleken, dat er een grote spanning is geweest tussen deze gewenste orde en de geleefde kloppenpraktijk.
Het verhaal over Haarlemse en Goudse kloppen wordt in eigen beheer uitgegeven en verschijnt begin 2010. Mocht u interesse hebben in een exemplaar dan kunt u een email sturen naar contact@mariekeabels.nl De kosten voor het boek liggen rond de vijfentwintig euro.