Het boek “Tussen sloer en heilige. Beeld en zelfbeeld van Goudse en Haarlemse kloppen in de zeventiende eeuw” is geleverd door de uitgever en kan vanaf vandaag worden verzonden naar geïnteresseerden! U kunt voor een bestelling een e-mail sturen naar: contact@mariekeabels.nl. Iedereen die reeds een bestelling heeft geplaatst zal zo spoedig mogelijk het boek ontvangen. De kosten voor het boek komen neer op E 20,- exclusief verzendkosten. U kunt het totaalbedrag overmaken op giro 8088177 t.n.v. MAWLM Abels in Utrecht.
Kloppen of geestelijk maagden waren Noord-Nederlandse katholieke vrouwen, die een religieus leven in de wereld leidden. De vrouwen stonden onder bescherming van een priester en werden door hem begeleid in het dagelijkse en spirituele leven. De vrouwen werden doorgaans ook wel klopje genoemd omdat zij als geestelijk maagden hun hart alleen voor Jezus lieten kloppen.
Aan de basis van het kloppenleven liggen de diverse anti-katholieke maatregelen die de gereformeerd-gezinde overheden in de Noordelijke Nederlanden vanaf 1573 namen. Openbare misvieringen werden verboden en kloosters werden gesloten, waardoor het voor vrouwen met een religieuze roeping niet meer mogelijk was om een leven als non te leiden. Het kloppenleven vormde voor deze vrouwen een aantrekkelijk alternatief en werd binnen korte tijd dan ook uitermate populair. In de geschiedschrijving is er helaas weinig aandacht besteed aan speciale groep vrouwen. Bovendien hebben historici een nogal eenzijdig beeld over deze katholieke maagden geschetst. Kloppen zijn doorgaans als zedige, afhankelijke, in het zwart geklede en uiterst gehoorzame vrouwen geportretteerd.
Marieke Abels stelt het oude kloppenbeeld in de historiografie drastisch bij. Zij doet dit op basis van nauwgezet onderzoek naar het zeventiende-eeuwse kloppenleven in twee Hollandse steden: Gouda en Haarlem. Ze komt tot de conclusie dat het vrouwelijke geestelijk leven in de wereld veel zelfstandigheid en keuzevrijheid bood. Daarbij zijn er diverse kloppen geweest, die als zelfbewuste en betekenisvolle vrouwen voor de contrareformatie kunnen worden omschreven. Abels heeft het Goudse en Haarlemse kloppenleven zowel vanuit historisch als kunsthistorisch perspectief benaderd, waardoor er een verrassende kijk op de rol van deze bijzondere vrouwen in de kerk is ontstaan.
“Tussen sloer en heilige” is binnen!
Het boek “Tussen sloer en heilige. Beeld en zelfbeeld van Goudse en Haarlemse kloppen in de zeventiende eeuw” is geleverd door de uitgever en kan vanaf vandaag worden verzonden naar geïnteresseerden! U kunt voor een bestelling een e-mail sturen naar: contact@mariekeabels.nl. Iedereen die reeds een bestelling heeft geplaatst zal zo spoedig mogelijk het boek ontvangen. De kosten voor het boek komen neer op E 20,- exclusief verzendkosten. U kunt het totaalbedrag overmaken op giro 8088177 t.n.v. MAWLM Abels in Utrecht.
Kloppen of geestelijk maagden waren Noord-Nederlandse katholieke vrouwen, die een religieus leven in de wereld leidden. De vrouwen stonden onder bescherming van een priester en werden door hem begeleid in het dagelijkse en spirituele leven. De vrouwen werden doorgaans ook wel klopje genoemd omdat zij als geestelijk maagden hun hart alleen voor Jezus lieten kloppen.
Aan de basis van het kloppenleven liggen de diverse anti-katholieke maatregelen die de gereformeerd-gezinde overheden in de Noordelijke Nederlanden vanaf 1573 namen. Openbare misvieringen werden verboden en kloosters werden gesloten, waardoor het voor vrouwen met een religieuze roeping niet meer mogelijk was om een leven als non te leiden. Het kloppenleven vormde voor deze vrouwen een aantrekkelijk alternatief en werd binnen korte tijd dan ook uitermate populair. In de geschiedschrijving is er helaas weinig aandacht besteed aan speciale groep vrouwen. Bovendien hebben historici een nogal eenzijdig beeld over deze katholieke maagden geschetst. Kloppen zijn doorgaans als zedige, afhankelijke, in het zwart geklede en uiterst gehoorzame vrouwen geportretteerd.
Marieke Abels stelt het oude kloppenbeeld in de historiografie drastisch bij. Zij doet dit op basis van nauwgezet onderzoek naar het zeventiende-eeuwse kloppenleven in twee Hollandse steden: Gouda en Haarlem. Ze komt tot de conclusie dat het vrouwelijke geestelijk leven in de wereld veel zelfstandigheid en keuzevrijheid bood. Daarbij zijn er diverse kloppen geweest, die als zelfbewuste en betekenisvolle vrouwen voor de contrareformatie kunnen worden omschreven. Abels heeft het Goudse en Haarlemse kloppenleven zowel vanuit historisch als kunsthistorisch perspectief benaderd, waardoor er een verrassende kijk op de rol van deze bijzondere vrouwen in de kerk is ontstaan.