‘De Invloed van Zuid-Nederlandse immigranten in Gouda in de periode 1585-1625′
M.A.W.L.M. Abels (Verschenen in 2008: twee delen in de Tidinge)
Inleiding
In de late zestiende eeuw en begin zeventiende eeuw vond in West-Europa op massale schaal immigratie plaats. Door politieke en religieuze onlusten vluchtten duizenden Europeanen naar een veiliger plaats. Deze immigrantenstroom bestond onder andere uit Engelse protestanten die omwille van de katholieke koningin Mary Tudor moesten vertrekken. Daarnaast waren er inwoners uit de Nederlanden die in opstand kwamen tegen de Spaanse overheerser en daardoor hun leven niet meer zeker waren. Een andere bekende immigrantengroep bestond uit Franse protestanten. Ten slotte waren er ook nog inwoners van de Duitse gebieden die door de Dertigjarige Oorlog gedwongen werden hun geluk elders te zoeken. [1. G. Asaert, 1585, De val van Antwerpen en de uittocht van Vlamingen en Brabanders (Tielt 2004) , 33. ]
Deze studie zal specifiek gericht zijn op de immigratiestroom vanuit Vlaanderen naar de Hollandse stad Gouda. Aan het einde van de zestiende eeuw vielen verschillende Vlaamse steden in handen van de Spanjaarden. Protestantse Vlamingen die niet wilden ‘terugkeren’ naar het katholicisme werden door deze machtswisseling gedwongen de Zuidelijke Nederlanden te verlaten. Vele Vlamingen vertrokken naar de Republiek waar ze hun geloof in vrijheid konden belijden. Eén van deze noordelijke toevluchtsoorden was Gouda. Het stadsbestuur zette de poorten wijd open en bood de Zuid-Nederlandse immigranten een plek aan om te wonen en te werken.
Nieuw op het Binnenhof
Gisteren ontving ik mijn allereerste loonstrookje en daardoor voelt het officieel; ik ben een werkende vrouw. Twee maanden geleden leidde ik nog een rustig studentenleven: wat lezen en schrijven, bibliotheek -en archiefbezoekjes, enige studiestress, koffie drinken op Neude, een biertje in de Stairway, uitgebreid kokkerellen en vooral laat naar bed. Nu wordt er door mijn lieve vriend gekookt en kan ik niet meer spontaan de stad in. Bovendien komt het niet zelden voor dat ik Pauw en Witteman met mijn ogen dicht bekijk. Het ritme van acht uur werken en twee uur treinen, zit er na drie weken helaas nog niet helemaal in.
Lees verder »